Woudenberg, van Achterstraat 62 tot Schoutstraat 16 | Genealogische homepage Sjef Jetten

Uitsnede Kadastrale kaart 1811-1832: minuutplan Woudenberg, Utrecht, sectie B, blad 04 (MIN06089B04)

Volgens de oorspronkelijk aanwijzende tafels van Woudenberg bezat Hendrikje Renswoude, daar vermeld als ‘de weduwe Arie van Velthuizen¹, rentenierster Woudenberg’, vier percelen in de buurt van de hervormde kerk. B 632 en B 633 zijn huisjes van elk 40 m², B 634 huis en erf van 420 m². B 635 is een schuur met erf van 160 m².²

Op de Achterstraat 62 wonen in 1840³ Hendrikje van Renswoude (74), weduwe van Arien van Velthuizen; haar zoon Aalbert van Velthuizen (49), kantoorbediende; schoonzoon Reijer Jetten (39), schoenmaker; dochter Maria van Velthuizen (52); de kleinkinderen Rijk Jetten (17), schoenmakersleerling; Jacob Jetten (15); Gerritje Jetten (12). Na het overlijden van Hendrikje in 1841 gaat de nalatenschap naar haar zoon Aalbert en dochter Maria, gehuwd met Reijer Jetten.

Dat tot hare nalatenschap behoort de helft in een huis, № 62, met tuin en schuur, gelegen in de middelstraat te Woudenberg, kadaster sectie B nrs. 632 tot en met 635.

Uitsnede kadaster Woudenberg, hulpkaart 2, oktober 1841

Aalbert van Velthuizen is dan 50 jaar oud en ongehuwd. Hij wordt vermeld als kantoorbediende, gemeenteontvanger en nieuwsgaarder. Hij regelt de afhandeling van de erfenis. De beide kleine huizen worden samengevoegd en met 40 m² erf van het andere huis ontstaat nummer B 1004. Het andere huis met de rest van het erf krijgt nummer B 1003. Met de eigendomsrechten wordt via onderhandse akten geschoven⁴. In 1843 worden de schuur en het huis ernaast (B 1003) met de bijbehorende erven verkocht aan tabaksplanter Berend Swerus uit Woudenberg⁵. Volgens de notariële akte⁶ bestaat het uit een woonvertrek met een klein inkamertje, achterhuis, mesthoop, tabaksschuur van 12 hangen, gelegen in de Middelstraat te Woudenberg, sectie B nrs. 1003 en 635, groot 5 roeden, 40 ellen, belast met een uitgang voor de koster van fl. 2,=. De koopprijs bedraagt fl. 750,=, waarvan fl. 300,= wordt omgezet in een hypotheek. Maria van Velthuizen krijgt B 1004 in eigendom. Om een onduidelijke reden leent ze hiervoor fl. 450,= van haar broer⁷. Onderpand is genoemd huisje nr. 62, bestaande uit een woonvertrek, gang en twee zijkamertjes ter weerszijden van het woonvertrek, achterhuis, opkamertje,, twee kelders, keukentje, pomp, tuintje en bleekveld, in de Middelstraat te Woudenberg, sectie B 1004, groot 1 roede, 20 ellen. In 1846 komen huis en erf door (onderhandse) verkoop op naam van zoon Rijk Jetten, schoenmaker te Woudenberg⁸.

Volgens het bevolkingsregister van 1850⁹ wonen in huis nr. 62 schoenmaker Reijer Jetten, winkelierster Maria van Velthuizen, de kinderen schoenmaker Rijk Jetten en Gerritje Jetten, zonder beroep. Zoon Jacob is dan het huis uit. Maria’s broer Aalbert woont dan in bij het gezin van tabaksplanter Sander Meerkerk in huis 71¹⁰.

In het bevolkingsregister van 1860¹¹ heeft het huis nummer 63 gekregen. Het wordt bewoond door schoenmaker Reijer Jetten, zijn vrouw Maria van Velthuiisen (zij overlijdt 2 mei 1862), zoon Rijk ook schoenmaker, docher Gerritje, haar man arbeider Jan Langelaar en hun eind 1862 geboren zoontje Gerrit. Het gezin Langelaar-Jetten vertrekt in maart 1863 naar Driebergen. Rijk trouwt in 1865, maar vrouw en kinderen zijn niet op dit blad vermeld.

Het bevolkingsregister van 1870¹² loopt door tot 1920. Huisnummer 63 wordt later nummer 112 en dan 113. Vermeld zijn: 1. Rijk Jetten (1822), schoenmaker, overlijdt 1909; 2. Trijntje van de Biesen (1838), zijn vrouw, overlijdt 1908; 3. Reijer Jetten (1866), zoon, trouwt 1894, krijgt eigen blad; 4. Jan Jetten (1867), zoon, later nr. 14, arbeider, trouwt 1894, krijgt vanaf 1895 eigen blad; 5. Matthijs Jetten (1869), zoon, later nrs. 15 en 18, arbeider, trouwt 1905, vertrekt naar Barneveld; 6. Reijer Jetten (1800, moet zijn 1798), vader, schoenmaker, overlijdt 1875; 7. Gerritje Jetten (1871), dochter, vertrekt 1891 naar Den Haag, niet meer op dit blad; 8. Jakob Jetten (1872), zoon, trouwt 1909, wordt dan hoofd, arbeider; 9. Anna Jetten (1873), dochter, later nr. 16, trouwt 1905, naar blad man; 10. Albertus Jetten (1874), zoon, later landbouwer, in 1905 naar gezin zus Anna; 11. Gijsbertus Jetten (1876) zoon, later arbeider, in 1911 naar Maarn, niet meer op dit blad; 12. Maria Jetten (1878), dochter, later nr. 17, trouwt 1902, naar blad man; 13. Everarda Jetten (1881), dochter, trouwt 1909, naar blad man; 19. Adriana Cornelia Veenhof (1868), vrouw van Jakob, komt 1909; 20. Jacob van de Vendel (1897), (stief)zoon, komt 1909; 21. Cornelis Jetten (1907), zoon, komt 1909; 22. Cornelia Visee (1829), schoonmoeder Jacob, komt 1909, overlijdt 1916.

Perceel B 1003 komt bijna dertig jaar na de verkoop weer in de familie terug. De weduwe van Berend Swerus verkoopt huis en erf in 1846 aan wolkammer Jan de Koning¹³ uit Renswoude, die het in 1852 doorverkoopt aan wolkammer Pieter van Eeden¹⁴ uit Woudenberg. In 1858 koopt Cornelis van Aalten¹⁵ een huis met achterhuis, nr. 64, erf en land, tegenover het kostershuis, tussen de Middel- en Achterstraat, groot 3 roeden en 80 ellen van Pieter van Eeden. Het is belast met een uitgang (= grondrente) ten behoeve van de Hervormde Kerk te Woudenberg.

In 1872 verandert er iets. Cornelis van Aalten behoudt een gedeelte, namelijk een huis en erf van 90 m² (nieuw nummer B 1172). Na een kleine grenscorrectie met perceel B 636 (wordt na herbouw B 1171) wordt de rest eigendom van schoenmaker Rijk Jetten, die het samenvoegt met perceel B 1004. Huis en erf met een oppervlakte van 410 m² krijgen het nieuwe nummer B 1173, het huisnummer is 63.

Uitsnede kadaster Woudenberg, hulpkaart 48, april 1872

Rijk Jetten overlijdt in 1909, zijn vrouw Trijntje van der Biesen is een jaar eerder gestorven. In 1909 komen huis en erf door verkoop in handen van zijn zoon Jacob Jetten, werkman te Woudenberg¹⁶. In 1937 koopt deze ook perceel B 1172, dan Achterstraat 64, terug van de erven van Cornelis van Aalten. Jacob’s vrouw Adriana Cornelia Veenhof overlijdt in 1937. Zij heeft twee kinderen: melkventer Jacob van de Vendel uit haar eerste huwelijk en schilder Cornelis Jetten uit haar huwelijk met Jacob. Dezen worden elk voor 3/16 deel eigenaar, Jacob Jetten behoudt 5/8 deel. In 1947 vormen beide percelen het adres Achterstraat 157. Het zijn twee gedeelde huizen met erf, waarvan het grootste met een werkplaats. Na het overlijden van Jacob in 1948 komen beide percelen in handen van Cornelis Jetten¹⁷. In 1952 wordt het pand B 1173 gedeeltelijk gesloopt en krijgt een adres op de Middenstraat. In 1967 worden beide percelen verenigd tot twee huizen, een schuur en erf en krijgen kadastraal nummer B 2999 met adres Schoutstraat 14-16. Een jaar later wordt het geheel omgebouwd tot huis, loods, spuiterij en erf. Cornelis is dan autospuiter. Na zijn overlijden in 1978 wordt het een huis met erf en schuren aan de Schoutstraat 16. Zijn weduwe Jacoba Duinsbergen is dan voor 2/3 deel eigenaar en heeft voor de rest het vruchtgebruik. De kinderen Jaap en Gerrit hebben het elk voor 1/6 deel in blote eigendom.

hulpkaart 419, 1967

hulpkaart 424a, 1968

hulpkaart 532, 1978