Barbier, Chirurg, Friseur und Zahntechniker

Heinrich Jetten wordt op 1 mei 1842 in Tüddern geboren als zoon van linnenwever, dagloner en wolspinner Leonard Jetten en zijn vrouw Agnes Laumen. Hij groeit op in een gezin met acht jongens. Het is geen vetpot en om een armoedige toekomst te ontlopen vertrekt Heinrich, net als verschillende van zijn broers, richting Roergebied. Vermoedelijk ontmoet hij hier zijn toekomstige bruid Charlotte Schonij, afkomstig uit Löhne in de Kreis Herford. Op dat moment nog een vrij armoedig gebied, echter met een snelle industrialisering in de tabakindustrie en meubelmakerijen. Hij is katholiek, zij evangelisch. De kinderen worden geboren in Essen, Osnabrück, Langendreer en Minden. In deze laatste plaats, niet ver van Löhne volgt een definitieve vestiging.

In West-Europa ontstaat in de 13e eeuw in steden een nieuw type ambachtsman: de barbier-chirurgijn. Ze knipten haar, schoren baarden, trokken tanden en ze verrichtten eenvoudige operaties, zoals amputaties en het zetten van gebroken botten. Dit is eeuwenlang zo gebleven, maar er ontstaan steeds meer specialisaties en de barbier en de chirurgijn groeien steeds verder uit elkaar. Halverwege de 19e eeuw is er een ware revolutie in de chirurgie door wetenschappelijke ontwikkelingen én de ontdekking van verdovingsmiddelen en ontsmettingsmiddelen. Deste opmerkelijker is het, dat eind 19e eeuw een barbier en kapper nog steeds werkzaam is als ‘chirurg’.

Dortmunder Zeitung, 24-08-1875

Heinrich Jetten is in 1875 in Langendreer werkzaam als barbier en plaatst een advertentie voor een hulpje. Wanneer hij later naar Minden verhuist, kinnen we hem beter volgen. Vanaf 1881 plaatst hij tientallen advertenties, voornamelijk in de Mindener Zeitung (MZ) en het Minden-Lübbecker Kreisblatt (MK),  te raadplegen via het Zeitungsportal NRW.

De advertenties geven een mooi tijdsbeeld en zeggen meestal meer dan woorden alleen. In augustus 1881 opent hij in de Bäckerstraße 23 een barbiers- en kapperszaak, waar men ook terecht kan voor kleine chirurgische ingrepen en bij problemen met de tanden. Bovendien biedt hij zich aan als nachtwacht. Hij behandelt likdoorns en schurft, spuit oren uit en noemt zich tandtechnicus. Na een paar maanden verhuist  hij naar de Hohnstraße 36. In zijn advertenties komt nadruk te liggen op de tandtechniek, hij heeft een Atelier en noemt zich Zahnkünstler. Hij trekt de tanden ‘pijnloos’, maakt vullingen, kunsttanden en gebitten.  Daarnaast heeft hij nog steeds de barbierszaak. Hij vraagt jongens om opgeleid te worden. Hij vertrekt naar Weserthor 70 en in september 1884 naar de Simeonstraße 14.

MZ, 19-08-1881

MZ, 15-09-1881

MK, 13-10-1881

MK, 12-11-1881

MZ, 18-11-1881

MK, 12-01-1882

MZ, 09-09-1882

MK, 16-11-1882

MK, 03-02-1883


Na een aantal jaren plaatst Heinrich aparte advertenties voor zijn barbierszaak en voor zijn tandtechniek. Bij deze laatste legt hij de nadruk op ervaring en referenties, al moet je wellicht sommige met een korreltje zout nemen. In de Kölnische Zeitung vraagt hij of een tweedehands tandartsstoel te koop heeft.

MZ, 20-09-1884

MZ, 21-03-1885

Kölnische Zeitung, 31-12-1885

MZ, 18-03-1886

MZ, 23-04-1886


Uiteindelijk vertrekt Heinrich naar de Simeonstraße 8.

MK, 09-04-1887

MZ, 27-06-1888

MK, 22-09-1891

MK, 02-04-1892

MK, 17-06-1899


Zoon Heinrich Jetten (* Essen 1868)  treedt in het voetspoor van zijn vader en later volgt kleinzoon Heinrich Jetten (* Bückeburg 1900)  zijn eigen vader weer.