Wapenvoerder(s): Dit wapen is in 2015 ontworpen door H.K. Nagtegaal. Geregistreerd op verzoek van de heer S.K. Jetten, wonende te Bemmel, zoon van Lambertus Franciscus Joseph Jetten en Josephina Hubertina Gemma Zillekens, voor Nicolaas Joseph Jetten (1894-1956), overgrootvader van de aanvrager en zijn naamdragende nakomelingen. De aanvrager stamt af van Henricus Jutten, gedoopt Susteren 15 april 1635, overleden aldaar 28 augustus 1721, zoon van Henricus Jutten en Elisabetha Backhuys. Hij huwde Susteren 11 juli 1657 met Johanna van Oeteren.
Vervaardiger: Heraldisch Bureau Nagtegaal (Delft, 9 juni 2015).
Op 17 oktober 1918 treedt Zef in dienst bij de staatsmijnen. In de Limburger koerier van 16 oktober 1943 wordt zijn 25-jarig dienstjubileum aangekondigd. Hij is dan houwer, dienstdoend stutter op de Staatsmijn Maurits in Geleen.
Ongetwijfeld is hij begonnen als sleper, een mijnarbeider die vooral betrokken is bij het transport. Het is vooral de handlanger die materiaal als hout en ijzer aanbrengt en onderhoudswerk doet. Daarna word je postsleper en nog wat later hulphouwer, die in opleiding is om houwer te worden. De houwer is een volleerd mijnarbeider. Hij is specialist op het gebied van de werkzaamheden in de pijler (de afbouw, het roven en het vullen) of van de voorbereidings- en ontsluitingswerkzaamheden. Naast de reputatie die de houwer geniet als vakman, is hij tevens een rolmodel. Hij wordt geacht het goede voorbeeld te geven op het gebied van werkhouding, orde en veiligheid. Voor de meeste ondergrondse mijnwerkers is de functie van houwer tevens de eindrang. Oudere houwers, die het zware werk in de kolenwinning fysiek niet meer aankunnen worden als stutter in de galerijen geplaatst. Bij gelegenheid van zijn zilveren jubileum krijgt N.J .Jetten van de Staatsmijnen een zakhorloge met inscriptie. |